Author profile picture

Eindhoven wil een smart society worden. Maar hoe gaat dat? Wat gebeurt er al? En van welke voorbeelden kunnen we iets leren? De DATAstudio onderzoekt de transitie die de stad moet doormaken om daadwerkelijk zo’n smart society te worden. Met elke week een nieuwe bijdrage op E52. Deze week een interview met Maya Indira Ganesh over data empowerment. Lees hier alle afleveringen in deze serie.

Maya Indira Ganesh is één van de programmadirecteuren van het Tactical Technology Collective, kortweg Tactical Tech, en is keynote-speaker op de conferentie A City As Smart As Its Citizens die wordt georganiseerd door de DATAstudio op 24 october, tijdens de Dutch Design Week en het World Design Event.

Tactical Tech is een stichting die praktijkgericht onderzoek doet naar de sociale en politieke rol van technologie in het leven van burgers. De organisatie is gebaseerd in Berlijn, maar werkt internationaal.

In A City As Smart As Its Citzens gaan verschillende sprekers in op de conclusies en lessen die te trekken zijn uit het programma van de DATAstudio. Met het publiek wordt bediscussieerd wat de te nemen stappen zouden zijn, als we serieus zijn met de ontwikkeling van een slimme samenleving. Maya Indira Ganesh doet onderzoek naar digitale veiligheid en privacy en in de conferentie zal ze ingaan op de vraag hoe burgers data-empowered kunnen worden. Klaas Kuitenbrouwer sprak met haar in aanloop van de conferentie.

“Hoe burgers data-empowered kunnen worden? Een bruikbaar antwoord op die vraag begint bij het verdedigen van mensenrechten, het beschermen tegen misbruik van data. Dat komt neer op een beroep op het handhaven van de wet, een daarmee een beroep op de overheid in feite. Maar Tactical Tech is erg praktijk-gebaseerd en wij zien ook de beperkingen in de rol van de staat. Op het gebied van digitale rechtenbescherming zit de moeilijkheid vaak juist in de vervlechting van de rol van overheden met die van (grote) bedrijven.

In stukken van Afrika bijvoorbeeld, zorgt Facebook voor toegang tot ‘internet’ – lees: Facebook en geaffilieerde diensten. Maar toegang tot digitale media zou natuurlijk eigenlijk een taak moeten zijn van de overheid. Het beeld wordt gecompliceerder als beslissingen over beschikbare content geautomatiseerd worden genomen op basis van gedatficeerde profielen van gebruikers. Wat betekent dat voor democratische processen? Wat zijn er voor mechanismen om bedrijven eventueel ter verantwoording te kunnen roepen?

Een grote rol hierbij speelt het beschermen van privacy, niet alleen tegen grof misbruik maar ook als conditie voor democratische processen, voor meer evenwicht in de machtsbalans. Want er is een enorme asymmetrie in de macht die bedrijven hebben over data en de macht van individuele burgers. Encryptie kan hierin enig verschil brengen, daarmee kun je voorkomen dat al die datasporen ontstaan.
Maar niet als dat opgepakt wordt als een individuele aangelegenheid, want encryptie is een teamsport. De minst beveiligde persoon is de zwakke plek van het hele netwerk. Encryptie werkt alleen als collectieven ertoe overgaan. Maar dat kan weer alleen op basis van individuele gedragsverandering. Dat is niet eenvoudig en vraagt bewustzijn en kennis en dus educatie.

Encryptie is van vitaal belang als je werkt met politiek gevoelige onderwerpen in landen die niet democratisch functioneren, maar kan om andere redenen heel belangrijk zijn in onze veel veiligere Noord-Europese steden. Je online gedrag en de datasporen die je achterlaat zijn rechtstreeks van invloed op je kredietstatus, bijvoorbeeld. Heb je een geschiedenis in de psychische gezondheidszorg? Dat komt terug in je kredietwaardigheid. Of je single of getrouwd bent speelt ook een rol. Getrouwd geldt als stabieler. En als een kredietinstelling informatie kan kopen over je browser-geschiedenis, en een individu wil dat aan de kaak stellen, welke partijen hebben dan jurisdictie? Daar hebben we nu allemaal nog geen goed antwoord op maat het is belangrijk om daar inzicht in te krijgen.

Daarnaast zijn er hele andere issues in verband met de online bescherming van rechten, die ook om heel andere tactieken vragen. De ruimte voor racistische en seksistische uitlatingen die nu onder de noemer ‘vrijheid van meningsuiting’ wordt geclaimd, vraagt om nieuw soort regelgeving. In Duitsland is dat overigens goed voor elkaar. In Amerika zijn hier grote problemen mee. Nederland zit daar een beetje tussenin, geloof ik.

Meer en betere educatie over dit soort zaken is essentieel en dat is precies de inzet van wat Tactical Tech nu doet in The Glass Room die binnenkort in Londen opent. Daarin kunnen individuen en collectieven alles leren over de impact van hun online gedrag en over de maatregelen die ze kunnen nemen. Ik zal er meer over vertellen op de 24ste.

Een andere nuttige tactiek, die niet zozeer van bescherming uitgaat, maar die pro-actief nieuwe democratische praktijken wil bevorderen, zou je ‘juridisch experiment’ kunnen noemen. Een goed voorbeeld is dat van de Oostenrijkse privacy-activist en advocaat Max Schrems. Naar aanleiding van een lezing van Facebooks privacy advocaat Ed Palmieri en met een beroep op de het Europese recht op toegang heeft hij indertijd bij Facebook alle data opgevraagd die Facebook over hem bezat. Het ging in totaal om meer dan 1200 pagina’s aan gegevens. Daarmee is hij rechtszaken begonnen tegen Facebook over de inbreuken op de Europese privacy wetgeving. Die zaken speelden zich af tegen de achtergrond van de onthullingen van Snowden, en hebben grote invloed gehad op de aanscherping van de Europese privacyregels.

Ook stedelijke overheden zijn in een goede positie om te experimenteren met regels, met lokale verordeningen. Barcelona experimenteert met een digitaal platform voor burgerparticipatie, waarin burgers al hun data zelf beheren. Amsterdam verplicht winkels om hun sensoren te registreren in een publiek register, zodat iedereen kan zien waar er data verzameld wordt.

Bij het doen van dit soort experimenten, bij het invoeren van nieuwe technologieën, of van nieuwe regels voor de omgang met technologieën, is het belangrijk om de goede checks en balances in te bouwen. Zorg voor participatie uit de gemeenschap, voor voldoende technische kennis, maar ook voor legale kennis, en voor kritsche blikken vanuit minderheidsperspectieven, om te voorkomen dat impliciete normen klakkeloos worden ingebouwd.

Nederland heeft in principe de goede omstandigheden om data-empowering praktijken voor en door burgers te ontwikkelen. Er is een grote kritische massa, en een gezonde democratische cultuur. Ik ben daarom ook heel benieuwd naar de discussies met het publiek op de 24ste!”

Hier het volledige programma van A City As Smart As Its Citizens. Toegang is gratis, maar registreer wel graag voor een kaartje!

(foto Transmediale.de)