© Bart van Overbeeke
Author profile picture

Voor een Cursor-special over de onderzoeker, interviewden Monique van de Ven en Tom Jeltes acht TU/e-pioniers.  Vandaag: hoogleraar Ton Backx. “Op één prikkel die je zelf geeft, krijg je tien prikkels terug.” Foto’s zijn van Bart van Overbeeke.

Lees hier de hele serie over de TU/e-pioniers (op 3 januari 2018 is de reeks compleet)

Van snel internet en een duurzame economie tot toepassingen in de veiligheid en gezondheidszorg – de beloftes van geïntegreerde fotonica zijn groot en talrijk. Hoogleraar Ton Backx is directeur van het Institute for Photonic Integration en ceo van de internationale publiek-private samenwerking Photon Delta – en als geen ander overtuigd van de kracht van licht als informatieverwerker, waar het in fotonica om draait.

Lees hier meer over Ton Backx en fotonica

Welke vraag zou je wíllen krijgen?
“Hoe kunnen we, in onze snel veranderende samenleving, iedereen de kans bieden op een hoog welvaarts- en welzijnsniveau? We zitten op een kantelpunt in de historie, waarop wereldwijd steeds meer mensen volgens een zekere levensstandaard kunnen leven en waarbij landsgrenzen geen rol meer spelen. Dat zorgt voor een enorme druk op de samenleving – op het werk, op ons dataverkeer, op het milieu. Hoe zorgen we ervoor dat we niet hoeven nivelleren, dat niemand alsnog hoeft in te leveren, maar dat we samen ópwaarts gaan, in een gezonde omgeving waarmee we zuinig omspringen? Daarvoor moeten we vooral investeren in technologische ontwikkeling.

Fotonica staat nog in de kinderschoenen, maar gaat hier heel erg bij helpen. Dat wordt wereldwijd ook wel erkend, met onder meer forse investeringen in onderzoeksprogramma’s in bijvoorbeeld de VS en Azië. Fotonen zijn als informatiedragers veel effectiever dan elektronen, met name omdat zij geen lading hebben en een veel grotere bandbreedte in communicatie mogelijk maken. Dit is bijvoorbeeld van belang voor ons exponentieel groeiende dataverkeer, maar ook in de gezondheidszorg of in het bewerkstelligen van een duurzame economie. Ik probeer ervoor te zorgen dat partijen die hieraan wereldwijd werken, dat sámen gaan doen. Dat ze samen de schouders zetten onder het beschikbaar maken van deze technologie voor brede toepassingen in de samenleving.”

Waar ligt de bron van jouw pioniersbestaan?
Geëmotioneerd: “Dat is heel duidelijk: bij mijn vader. Mijn vader heeft zelf een moeilijke jeugd gehad, werd als dienstplichtige naar Indonesië gestuurd en leerde al jong hoe de dingen níet moesten. Belangrijke kansen om dat te ontwikkelen wat hij in zich had, zijn hem al vroeg ontnomen. Mijn zussen en ik kregen die kansen wél. Ik was al van jongs af aan geïntrigeerd door techniek. Samen met mijn vader was ik altijd dingen aan het openmaken; auto’s gekregen van Sinterklaas, en die dan samen met mijn vader meteen openschroeven om er lampjes in te maken. En we bouwden zelf modelspoorbanen, tot aan de elektrische wissels en seinpaaltjes toe. Ik wist ook al jong dat ik techniek wilde gaan studeren, maar wel met oog voor de toekomst. Na mijn afstuderen ben ik meteen het bedrijfsleven ingegaan, ik wilde betrokken zijn bij de ontwikkeling daar en de toepassing zien. Zo zit ik nog steeds in elkaar.”

Wat in jouw karakter maakt jou een pionier?
“Ik ben heel nieuwsgierig, wil weten hoe dingen werken en in elkaar steken – of het nou om technische of bijvoorbeeld sociale vraagstukken gaat. Ik word doorlopend geprikkeld, zie steeds nieuwe uitdagingen en heb altijd wel vragen.”

Hoe ontspan je; hoe neem je rust?
“Ik rust door over dingen na te denken en op een rij te zetten – ook nu, in dit gesprek. Dat geeft ook energie. Ik vind het leuk om dat ook met de jonge mensen hier aan de universiteit te doen, die prikkelen mij ook. Op één prikkel die je zelf geeft, krijg je tien prikkels terug. Wat mijn vader van jongs af aan met mij heeft gedaan, doe ik hier zelf nu ook doorlopend.”

Wanneer is jouw leven geslaagd?
“Als ik heb mogen bijdragen aan een samenleving waarin iedereen – ook onze kinderen en kleinkinderen – met een hoge kwaliteit van leven en met plezier oud kan worden. Maar dat doe je nooit alleen; je bent slechts een radertje in een grote, ingewikkelde machine.”

Dit interview is eerder gepubliceerd in de special over ‘The Explorer’.