Author profile picture

Het Fontys FutureMediaLab (FFML) opent op 21 en 22 januari zijn deuren voor het publiek. Studenten van verschillende studies zijn het afgelopen half jaar in het Natlab aan de slag gegaan met het ontwikkelen van innovatieve ideeën op mediagebied. Nu presenteren ze hun resultaten.

“What would you do if you weren’t afraid?” Die vraag staat centraal bij het FutureMediaLab van Fontys Hogescholen. De onderwijsinstelling daagt studenten van de studies Journalistiek, ICT, Communicatie, Sport & Economie en Kunsten uit om innovatieve mediaconcepten te verkennen. “We onderzoeken de invloed van technologie op het vertellen van verhalen”, legt Anne-Marie Sweep uit, hoofd van het FFML. Vorig jaar vond het lab een plekje bij Baltan Laboratories in het Natlab.

Onder  begeleiding van het VPRO Medialab, STRP en het Van Abbemuseum kregen 28 studenten de ruimte om een keer van de gebaande paden af te wijken. “Studenten vinden het onwennig dat er zo veel vrijheid wordt geboden. Er zijn weinig regels”, aldus Sweep. “Maar ze zijn allemaal nieuwsgierig.”

Resultaat

De inspanningen resulteren in zes projecten. Een populair onderwerp is framing (het beïnvloeden van meningen en gedachten door het gebruik van bepaalde woorden of beelden). Er is zelfs een heus Frame Museum opgericht, waar je zelf kunt ervaren hoe framing werkt en wat voor invloed het heeft. Ook virtual reality is een populaire techniek in het lab. Met Fakecation kun je bijvoorbeeld in 10 minuten een droomvakantie beleven, gewoon vanuit het Natlab.

photo_2016-01-25_17-30-55

Nog tot 5 uur te bezoeken: #FFML in Natlab #Eindhoven. Vraag naar de speciale tour met gids @modellenman!

Een foto die is geplaatst door Noud de Greef (@nouddegreef) op

Startup

Eén van de projecten ontstaan in het FFML begint zich tot startup te ontwikkelen: Unframed. Dit moet een nieuw internetplatform worden waarop gebruikers op anonieme en laagdrempelige wijze nieuwsfoto’s kunnen delen. “Vergelijkbaar met Wikileaks”, legt Joep Steenbergen uit, mede-bedenker van Unframed. Samen met Naut van der Mede doet hij mee aan The Challenge, een initiatief van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, in de hoop een investering van 20.000 euro binnen te halen.  

Robots

Het FutureMediaLab is onderdeel van het lectoraat Media, Interactie en Narratie van Fontys. Naast de minor doet het lectoraat in het FFML onderzoek naar de invloed van technologie op het vertellen van verhalen. In het Natlab is daarom tijdens de expo een documentairemarathon over dat thema te zien. Daarnaast is er aandacht voor de rol die robots, sensors en algoritmes spelen bij het verhalen vertellen. Vorig jaar kreeg het FFML daar nog zeven ton subsidie voor. Geert-Jan Bogaerts, hoofd Digitale Media bij de VPRO, gaat in gesprek met Sander Wubben, docent aan de Universiteit van Tilburg en als hoofdonderzoeker betrokken bij het onderzoek van FFML. Ook Marleen Hartjes van het Van Abbbemuseum doet mee, via de telepresence-machine (een soort robot) van het museum.

Algoritmes

Onder de slogan “art against the algorithm” gaan zij in gesprek over de toekomst van het verhalen vertellen. Er wordt gespeeld met interessante vraagstukken. Kan een machine een bewustzijn hebben? En een ziel? Kan een algoritme creativiteit nabootsen? “Robots zijn goed in het uitvoeren van hele kleine taakjes”, vertelt Bogaerts. Het schrijven van kleine artikelen is dan ook niet zo ingewikkeld. “Maar ze zullen dus niet in staat zijn om de verhalen te schrijven die je bijblijven.”

Tevreden

Marijke van Hal van het VPRO Medialab vindt het FFML een mooie aanvulling voor Eindhoven. “Het is mooi om onderdeel te zijn van vernieuwingen in de stad en een podium voor makers te kunnen bieden. Het is daarnaast vooral belangrijk om vraagstukken bij studenten neer te leggen. Hun blik is vernieuwend en fris.”

Ook Sweep is tevreden, met name over het vinden van het Natlab als locatie voor de activiteiten. Daarnaast ziet ze mogelijkheden om het lab verder te versterken. “Dit jaar hebben we de locatie en partners geregeld. Nu zou ik graag meer kennis en resultaten willen delen met andere instituten om er meer profijt uit te halen.”