Robosculpt © Bart van Overbeeke
Author profile picture

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Mary Fiers, Carlo van de Weijer, Lucien Engelen en Tessie Hartjes, probeert E52 uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De vijf columnisten, af en toe aangevuld met gastbloggers, zijn allemaal op hun eigen manier bezig met oplossingen voor de problemen van onze tijd. Zodat Morgen Beter wordt. Deze zondag is Maarten Steinbuch aan de beurt. Hier alle eerdere afleveringen.

Afgelopen week was ik op een internationaal congres van artsen: KNO en hersenchirurgen. Zij doen vaak hele complexe operaties waarbij ze heel wat jaren oefenen om precies bij een kwaadaardige aandoening te komen in je hoofd, of een electrode in je gehoorgang aanbrengen om je weer te laten horen. Zonder dat ze een zenuw raken waardoor je verlamd zou kunnen raken of geen smaak meer zou kunnen hebben. Trots op hun vak, en op het congres vertellen ze hun ervaringen en onderzoek om het nog beter te doen. Met hun boren en frezen en andere instrumenten werken ze met hun handen, heel voorzichtig, laagje voor laagje naar binnen.

En daar staan wij dan, met ons allernieuwste robot, als ingenieurs. Vertellen dat onze robot veeeeeel beter is dan zij. Met ons technisch enthousiasme gaan wij de wereld beter maken! Veranderen! De toekomst begint vandaag!

Gelukkig kunnen we ook luisteren. We stellen vragen wat de chirurgen van onze robot vinden, welke mogelijkheden ze zien. Voor welke toepassingen. Sommigen zien vooral problemen, denken na over veiligheid, vragen ‘wie is verantwoordelijk’, willen liever geen enkel risico lopen. De meeste zien echter vooral ook de voordelen. Sneller, preciezer, nauwkeuriger, minder vermoeiend. En een paar artsen denken echt out-of-the-box: zij stellen zich voor dat de robot helemaal klaar en getest is en bedenken dan nieuwe behandelingen en behandelmethoden die echt gebruik maken van de voordelen van de robot en niet de beperkingen van de mens. Bijvoorbeeld door langs een andere, geheel nieuwe, weg te boren met hoge nauwkeurigheid naar binnen in het hoofd.

Het mooiste moment is toch wel als ‘onze’ arts het verhaal van de robot vertelt aan zijn collega’s. Ze meeneemt naar onze stand op het congres. Enthousiast vertelt over de robot, de navigatie software, de voordelen, etc.

Het is ook gaaf om te zien hoe het chirurgenpubliek reageert als ik in mijn voordracht de voetbalrobots laat zien, met het uitzinnige publiek bij de WK Robocup van 2013 in Eindhoven. De plaatjes met de snelheid van technologische ontwikkeling: de Wet van Moore, de zelfrijdende en connected auto, de oogchirurgie en vaatchirurgierobots die we hebben ontwikkeld, en recenter dus de botrobot en de hersenrobot en de bestuurbare katheter. En dat ze Homo Deus moeten lezen. En dat we trots zijn op ASML.

Innovatie gaat steeds meer over multi- en interdisciplinair. Het bij elkaar brengen van mensen en het kunnen luisteren naar elkaar. Daar moet je wel begrip van elkaars vakgebied voor hebben. Het kunnen uitleggen. Dit is voor mij de kern van de toekomst van het onderwijs en het onderzoek. De T-shaped, of pi-shaped ingenieur, en ook de Eindhoven Engine. Het is mensenwerk, en virtuele netwerken zijn leuk, maar co-locatie essentieel om innovatie echt te versnellen. Over grenzen van vakgebieden heen.

Volgende keer ga ik weer naar een congres met artsen en specialisten. Ik denk dat ik ze steeds beter begrijp.

(foto Bart van Overbeeke)