Author profile picture

We hebben binnenkort geen energie-opwekprobleem meer, maar alleen nog maar een -opslagprobleem, zo schreef onze columnist Carlo van de Weijer onlangs. De hoeveelheid opgewekte zonne-, wind- en overige groene energie is over een paar jaar namelijk zo groot dat de prijs ervan verwaarloosbaar wordt. Tenminste, als we erin slagen om die energie ook een beetje behoorlijk op te slaan.

En dat is minder eenvoudig dan het lijkt, zeker als je beseft dat we in de zomer zo’n zeven keer meer zonne-energie (vooralsnog de belangrijkste duurzame energiebron) kunnen opwekken als in de winter. Op een mooie zomerdag lukt het nog wel om met een reeks batterijen de daaropvolgende nacht door te komen. Maar al die energie die je nodig hebt opslaan om ook de winter goed door te komen, nee dat gaat nog niet.

In het bergachtige El Hierro, het meest zuidwestelijke eiland van de Canarische Eilanden, hebben ze daar inmiddels wat op gevonden. Bas Luiting – in Eindhoven vooral bekend van Plug In City en zijn inspanningen voor de circulaire economie – ging er eerder dit jaar op zoek naar inspiratie. Dé oplossing voor ons land vond hij er nog niet, maar “het bezoek was wel goed om anders te leren denken. Soms zijn ideeën van ver weg net de ‘click’ voor een innovatie op eigen vakgebied.”

(artikel gaat verder onder de video)

Op het vulkanische eiland El Hierro wonen ruim 10.000 mensen op zo’n 265 vierkante kilometer; ongeveer anderhalf keer zo groot als Texel. De elektriciteitsbehoefte is niet gelijk aan dat van Nederland; er is veel minder industrie, weinig straatverlichting,  maar wel een flinke ontziltings-installatie die van zeewater het zoetwater voor de eilandbewoners maakt.

Luiting: “Nog niet zo lang geleden werd hier alle elektriciteit opgewekt door generatoren met  dieselolie als brandstof en daar wilden de eilandbewoners van af; ze streven naar een onafhankelijke en groene energievoorziening. Als designer en maker in een circulaire economie was het een verademing om op bezoek te gaan bij internationale collega koplopers.”

De energiecentrale van El Hierro heeft 5 windmolens, 2 enorme waterbassins, een dubbele pijpleiding, een pompstation, een turbinestation en een gebouw met de controleruimte. Deze 5 windmolens kunnen een vermogen opwekken van maximaal 11,5 MegaWatt, ruim 4 MegaWatt meer dan de totale elektriciteitsbehoefte op dit eiland.

“Maar het waait niet altijd en even hard en er zijn ook momenten zijn dat het windstil is”, zegt Luiting. “Dat is het moment waarop dit prachtige systeem zich van z’n beste kant laat zien. Met een deel van de ‘overtollige’ energie van het windmolenpark wordt het water uit een groot waterbassin omhoog gepompt naar een tweede waterbassin op 700 meter hoogte. Op het moment dat het windmolenpark niet voldoende elektriciteit kan opwekken laat men het water van het hoog gelegen waterbassin door een enorme pijpleiding naar het lagere waterbassin stromen. Met de valkracht van het water worden waterturbines aangedreven die de elektriciteit opwekken. En zo is de cirkel rond om 100% groene elektriciteit te produceren!”

Op deze manier kan het eiland in 70% van de totale elektriciteitsbehoefte voorzien. De rest komt nog van diesel.

Met name ‘s nachts waait het veel, dus dat zouden de momenten zijn om bijvoorbeeld je elektrische auto op te laden. “Maar die rijden er helaas nog niet op El Hierro. Terwijl de reisafstanden kort zijn en dus heel geschikt voor E-mobiliteit.”

Voor zonneënergie is El Hierro minder geschikt, zo werd Luiting duidelijk. “Ze hebben daar berekend dat zonnepanelen te veel oppervlakte dat in beslag zouden nemen en helaas schijnt de zon alleen overdag.” Bovendien is er ook vaak bewolking; windenergie was wat betrouwbaarder.

Voor Nederland mag het niet direct de oplossing zijn, het voorbeeld van El Hierro verdient volgens Luiting zeker navolging. “Dit hydraulische windturbinepark is een perfecte oplossing voor de duizenden eilanden met een bergachtig landschap die niet dichtbij het vaste land afliggen.”

twizyAls Luiting leverancier van kleine elektrische auto’s zou zijn, dan wist hij het wel. “Een slimme autofabrikant neemt contact met me op om me helemaal leeg te zuigen over dat wat ik daar zag. Ik zie een dikke kans voor bijvoorbeeld karretjes zoals mijn Twizy; goedkoop, op te laden via een standaard stopcontact, je rijdt daar niet harder dan 80 km/u op dat eiland.”