© IO
Author profile picture

“Normale” openingstijden op zon- en feestdagen, regelluwe zones voor onder meer tijdelijke winkels en een effectievere aanpak van de leegstand. Eindhoven wil met een reeks concrete maatregelen beter aansluiten bij een aantal recente ontwikkelingen op winkelgebied.

In de definitieve detailhandelsnota – ter vervanging van de verouderde uit 2006 – hebben alle relevante trends wel een plek gekregen. De afnemende winkelbestedingen, internetshoppen, toenemende leegstand, het belang van lenen en gebruiken naast of in plaats van kopen, schaalvergroting, verduurzaming, branchevervaging per winkel en brancheverbreding per locatie, al die ontwikkelingen komen terug in het collegevoorstel dat binnenkort door de gemeenteraad wordt besproken. Doel volgens verantwoordelijk wethouder Bianca van Kaathoven: “Samen met partners inzetten op kwaliteit, beleving en creativiteit.”

De belangrijkste concrete maatregelen in de nieuwe detailhandelsnota:

  • De openingstijden op zon- en feestdagen worden gelijkgeschakeld met de overige dagen (06.00 uur tot 22.00 uur);
  • De gemeente neemt een initiërende en faciliterende rol met betrekking tot regelluwe zones / freezones
  • Beperkte detailhandelsontwikkelingen in de randgebieden van het centrum;
  • Geen nieuwe megasupermarkten; bestaande supermarkten kunnen zich onder voorwaarden wel doorontwikkelen tot een megasupermarkt;
  • Verbetering van de uitstraling van het aanbod en het gebied Koopcentrum De Hurk, maar geen uitbreiding van de mogelijkheden;
  • Voor een acquisiteur van de gemeente is, in het kader van verminderen winkelleegstand, ook een actieve taak voorzien als “matchmaker” tussen (tijdelijke) vraag en (tijdelijk) aanbod;
  • Uitbreiding van de mogelijkheden van het SMB investeringsfonds, in het kader van de aanpak van de winkelleegstand;

Als grondslag voor de nota is vooral gekeken naar de (veranderende) vraag van de consument. Daarnaast vormen compactheid van de winkelgebieden, het type koopgedrag per winkelgebied, de leefbaarheid en het zoveel mogelijk beperken van leegstand belangrijke uitgangspunten. Van Kaathoven: “Met het geactualiseerde detailhandelsbeleid leveren we een bijdrage aan een leefbaar en aantrekkelijk Eindhoven en verstevigen we de economische structuur en de werkgelegenheid voor circa 11.000 werkzame personen in Eindhoven.”

Niet iedereen tevreden

Van Kaathoven verwacht niet dat de nota iedereen tevreden zal stellen. “De keuzes die in deze nota gemaakt worden, hebben voor sommige (markt)partijen gevolgen waarvoor ze zelf niet kiezen.” Individueel (bedrijfs)belang wijkt op onderdelen af van het voorgestelde beleid. Zo blijven nieuwe, alleen per auto bereikbare, locaties voor supermarkten – een wens van onder meer Lidl en Aldi – onwenselijk.  De gemeente wil supermarkten “op acceptabele afstand van de bewoners” vestigen. Ook ziet de gemeente verruiming van de mogelijkheden op Koopcentrum De Hurk als ongewenst, omdat dit negatieve effecten heeft op het bestaande aanbod in aanliggende gebieden.

Verleiden

Via gerichte acquisitie gaat Eindhoven proberen proberen om nieuwe (winkel)partijen te verleiden om te investeren in Eindhoven. Maar daar past volgens Van Kaathoven wel een waarschuwing bij: “Dit lost de winkelleegstand niet op.”

Leegstand zelf wordt wel gezien als een maatschappelijk probleem, maar toch in eerste instantie een zaak voor de eigenaar van het pand. Alleen wanneer de veiligheid in het geding komt of de vitaliteit van centrumgebieden onder druk komt te staan, komt de gemeente in actie. “Maar dat is niet altijd het geval. Zolang dat niet zo is, is leegstand vooral een probleem van de eigenaar van het vastgoed.”